top of page
  • Foto van schrijverMichiel

Je lichaam als spiegel

Augustus, 2001


Nummer vijfentwintig! Nummer vijfentwintig, kom op nou! Houd je peloton bij elkaar, dit duurt te lang! Drie instructeurs lopen naast me en schreeuwen allerlei verschillende instructies naar mijn hoofd. Met een helm op en mijn kogelwerende vest aan kan ik mijn warmte amper kwijt. Het zweet gutst over mijn gezicht. De zon schijnt fel, de deurdrammer op mijn schouder drukt zwaar. De andere kandidaten van de selectieweek zijn geformeerd tot een peloton en die moet ik als pelotonscommandant gedurende de speedmars bij elkaar houden. We hebben allemaal een nummer gekregen. Aan namen en rangen wordt deze week niet gedaan. We sjouwen met waterjerrycans, banden, balken, deurdrammers…alles wat maar zwaar en onhandig is. Sommige kandidaten lopen van het peloton weg en moet ik terug halen, anderen blijven achter en probeer ik mee te nemen. Door de tegenstrijdige aanwijzingen van instructeurs is de chaos compleet. Ik ren de benen uit mijn lijf om iedereen bij elkaar te houden. En zo gaat het al twee dagen.



Ik doe mee aan de selectieweek van de Bijzondere Bijstandseenheid (BBE) van het Korps Mariniers. De BBE is een militaire eenheid die ingezet wordt voor het beëindigen van grootschalige kapingen of gijzelingen. Bekende wapenfeiten zijn de inzet bij de treinkaping bij De Punt (1977) en de anti-piraterijoperaties nabij de kust van Somalië. In de selectieweek worden de kandidaten fysiek en mentaal tot het uiterste getest met als doel de besten te selecteren voor de zes maanden durende opleiding.


Mijn hoofd bonkt, mijn mond is gortdroog en mijn hart gaat als een razende tekeer. Op één of andere manier werken mijn benen niet mee. Er lijkt wel lood in mijn laarzen te zitten. Ik heb eigenlijk nooit last van blaren, maar nu lijken mijn hielen wel helemaal open te liggen. Juist nu ik probeer iedereen bij elkaar te houden, raak ik zelf achterop. Dat is olie op het vuur bij de instructeurs. De pelotons-commandant die zelf achterop raakt! Leading by example! In mezelf vloek ik hard, dit is niet het voorbeeld wat ik wil geven! De route lijkt oneindig lang te duren. Hoeveel kilometer nog? Ik voel me steeds duizeliger worden en door een misstap val ik in het gras naast de asfaltweg. Eén van de instructeurs vraagt me schreeuwend naar mijn registratie-nummer. Dit om te controleren of ik nog wel voldoende bij kennis ben. Ik roep mijn nummer hardop en mag weer doorgaan. Ik strompel overeind en verbijt mezelf. Wat er ook gebeurt, ik moet die finish halen! Ik zie dat de rest van de cursisten ondertussen het eindpunt heeft gehaald. Draaierig en half strompelend zet ik door. Ik voel dat ik bijna flauwval, maar ik móet door.


Het peloton staat al opgesteld en de commandant van de BBE staat klaar om me te ontvangen. Op mijn allerlaatste krachten kom ik als laatste de finish over. Ik zet gelijk het peloton in de houding, draai me om richting de commandant en kan mijn evenwicht nog maar net bewaren. De duizelingen nemen toe, maar ik vind nog net de juiste woorden om het peloton bij de commandant af te melden. Ik zie aan zijn ogen dat hij mijn verschijning lachwekkend vindt. Hij kan zijn lach maar nauwelijks onderdrukken. Hij roept me wat toe, maar de woorden komen niet aan. Ik draai me uiteindelijk weer naar het peloton toe met mijn wapen recht voor de borst. Op het moment dat ik het peloton op de plaats rust zet, wordt het zwart voor mijn ogen en val ik op mijn rug op de grond.


Een paar seconden ben ik van de wereld. Ik kom bij als de ziekenverpleegster mijn benen omhoog houdt om bloed naar mijn hoofd te krijgen. Ze wil me, ondanks aandringen van de instructeurs, op één of andere manier geen infuus met zoutoplossing toedienen. De instructeurs die even daarvoor nog zo aan het schreeuwen waren, pakken de infuuszakken wel en brengen zowel in mijn linker- als rechterarm een infuus bij me aan. Het druppelen van de vloeistof in mijn bloedbaan duurt te lang, daarom knijpen ze hard in de zakken om het vocht snel in mijn lichaam te krijgen. Keer op keer val ik weg, maar word ik wakker gemaakt door de instructeurs. Mijn helm, kogelwerend vest en uitrusting worden losgemaakt. Ook mijn laarzen trekken ze uit. Alles om mijn lichaam af te laten koelen. Uit mijn laarzen loopt het vocht van mijn kapotgelopen blaren. De lege infuuszakken worden verwisseld voor nieuwe en ook hier knijpen ze weer hard in. De vlekken voor mijn ogen worden niet minder en ik voel mijn benen en later mijn armen niet meer. Ik heb het gevoel dat mijn lichaam alles op alles zet om de vitale lichaamsdelen werkend te houden, de rest is uitgeschakeld. Mijn blikveld vernauwt zich, het lijkt wel alsof ik door een koker kijk. Ik zie de serieuze blikken van de instructeurs. Ze vragen me of ik kan staan. Dat lukt me niet.


Door alle inspanningen heb ik een hitteberoerte opgelopen. Mijn lichaam is uitgedroogd en mijn temperatuur is veel te hoog. Ik word naar een douche gebracht om me daar met koud water af te laten koelen. Dat doet me goed. Mijn hoofd bonkt en mijn hart klopt als een razende. Het lijkt alsof mijn lichaam nog steeds aan het hardlopen is. Maar nu pompt mijn hart zo snel om alle vitale lichaamsdelen werkende te houden. Voor mijn idee zit ik wel een uur in het stromende koude water. Steeds meer kom ik bij. Als ik uiteindelijk weer een beetje kracht heb, mag ik opstaan en een paar uur slapen. Dit lukt me slecht, want mijn hart klopt nog enorm snel, ondanks dat ik alleen maar lig. Vroeg de volgende morgen sluit ik me weer aan bij de groep kandidaten en maak ik me gereed voor het volgende fysieke onderdeel. We zijn nog niet eens halverwege de selectieweek. Het was onverantwoord om door te gaan, mijn lichaam had hard aan de noodrem getrokken. Maar toch wilde ik de selectieweek afronden. Zó graag wilde ik de selectieweek goed doorlopen.


Ik was die dag ver over mijn fysieke grens heengegaan. Niet eerder had mijn lichaam het zo zwaar gehad. Alles was ermee gestopt, ik kon gewoon niet meer verder. Mentaal wilde ik wel, maar lichamelijk ging het echt niet meer. Achteraf is het goed te verklaren waarom mijn lichaam zo oververhit was geraakt. Kort voor de selectieweek had ik deelgenomen aan een drieweekse militaire competitie op Curaçao. Met temperaturen van boven de veertig graden hadden we grote fysieke inspanningen geleverd. We hadden de competitie weliswaar gewonnen, maar het had ons een stevige fysieke opdonder gegeven. Na die drieweekse competitie hadden we op Curaçao nog een week lang een tactische oefening gedaan, waarbij we niet bevoorraad werden. Dat betekende dus spaarzaam omgaan met je water. Je wilt op Curaçao immers niet zonder water komen te zitten. Mijn lichaam was echter nog aan het herstellen van de competitie en had eigenlijk rust en veel vocht nodig. Direct na deze oefening was ik naar Nederland gevlogen om de selectieweek te gaan doen. In het weekeinde had ik natuurlijk nog met mijn vrienden een paar biertjes gedronken, want die had ik een jaar niet gezien. En op maandag begon de selectieweek. Ik stond dus eigenlijk al moe en uitgedroogd aan de startstreep…


De dynamiek waar ik destijds als marinier inzat, had me op een punt gebracht dat ik mijn lichamelijke gezondheid in de waagschaal legde voor iets wat ik heel graag wilde bereiken. Alle fysieke signalen had ik in die periode simpelweg genegeerd. Ik ging fysiek tot het uiterste om iets te behalen waarvan ik dacht dat het me iets geweldigs zou opleveren. Ja, de BBE is een bijzondere eenheid en heeft een taakstelling waar ik volledig achter sta. Maar je gezondheid zóveel schade aandoen om erbij te mogen horen, is het niet waard. Maar ik leefde als marinier in een groepsdynamiek en ik wilde me onderscheiden van de rest. Ik wilde iedereen laten zien wat ik in mijn mars had. Ik wilde er simpelweg bij horen en ik was destijds bereid om daar alles voor te doen. Ik zou pas stoppen als mijn lichaam ermee zou stoppen, dat was destijds mijn mantra. Ik dacht er feitelijk niet eens bij na. Het was een dynamiek die me zó vertrouwd was. En nu mijn lichaam ermee stopte, voelde ik me zelfs waardeloos. Ik veroordeelde mezelf hard dat ik niet in staat was geweest de fysieke testen goed te doorlopen. Ik vond dat het allemaal mijn eigen schuld was. Ik had gefaald.


In die tijd luisterde ik vooral naar mijn ego. Want wat was nou écht de reden waarom ik zo graag die selectieweek wilde halen? Mijn lichaam had allang signalen afgegeven dat het niet goed voor me was en had ik destijds naar mijn hart geluisterd, was ik waarschijnlijk niet zo vermoeid aan die selectieweek begonnen. Mijn ego voerde de boventoon en daarom negeerde ik alle fysieke signalen én mijn ware gevoel, al jaren lang. Ik wilde gewoon nooit opgeven, nooit! Het bracht me uiteindelijk tot op een punt waarop mijn lichaam simpelweg aan de noodrem trok. En hard ook!


Nu, zeventien jaar later, coach ik mensen die op één of andere manier in hun leven zijn vastgelopen. In een doorbraaksessie zoeken we samen naar de patronen en dynamieken waar iemand last van heeft. We zoeken naar de oorsprong van deze dynamieken en leggen verbanden met het punt waarop iemand nu is vastgelopen. Als je teveel naar je ego leeft en dus te weinig naar het hart luistert, heeft dat vaak ook fysieke consequenties. Het lichaam

geeft vaak allang aan dat je niet naar je ware-ik luistert: hoofdpijn, niet kunnen slapen, vage pijnen, etc. Dat kan iemand heel lang volhouden, heel lang kunnen alle fysieke signalen genegeerd worden. Als je je ware-ik echter blijft negeren, zal het lichaam op den duur echt aan de noodrem trekken: burn-out, hevige migraine, psychoses, ernstige ziekte, etc. Je lichaam zet je dan verplicht stil, je moét dan wel je eigen patronen en dynamieken veranderen. Zie het als een noodzakelijke crisis die je verplicht helpt om het leven van je ware-ik te gaan leven. Je lichaam fungeert dan dus echt als een spiegel. Het spiegelt je soms subtiel maar soms ook keihard als je niet luistert naar je hart. Christiane Beerlandt schreef er een geweldig boek over. Ze schreef over de psychologische kernoorsprong van 1300 ziekten en andere verschijnselen. Ik mag het boek er graag even bij pakken tijdens een coaching sessie. Elke keer komt de psychologische verklaring van een lichamelijk probleem volledig overeen met hetgeen in de doorbraaksessie naar voren is gekomen. Voor mij een bevestiging dat je lichaam een prachtige spiegel is die je kan helpen de weg naar je hart te vinden. Kijk eens in die spiegel en vraag je bij een lichamelijk probleem eens af wat je lichaam je probeert te vertellen. Je lichaam spiegelt je wanneer je niet het leven leidt dat past bij je ware-ik. Mocht je dus fysieke klachten hebben die maar niet overgaan en je snapt niet waar de klachten vandaan komen, ga dan ook eens naar een goede coach of psychotherapeut. Wellicht ligt de oorzaak van je klacht wel dieper dan je in eerste instantie denkt.




472 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page