December 2003, Irak
Het is de tweede maand van onze uitzending naar Irak. Het is winter. Dat maakt de nachten erg koud, maar overdag is de temperatuur hoog. Met 153 mariniers leven en werken we vanuit een kleine uitvalsbasis in het zuiden van Irak, vlakbij de plaats Ar Rumaythah. De tweede Golfoorlog is nog maar net voorbij en het is onze taak, maar ook die van een groot aantal andere landen die om ons heen gestationeerd zijn, om Irak stabiel en veilig te krijgen en te houden. Als opvolgend compagniescommandant ben ik verantwoordelijk voor alle logistiek en het personeel, het reilen en zeilen op de uitvalsbasis, de aansturing van de dagelijkse operaties en vervang ik de compagniescommandant waar nodig. Ik ben 26 jaar.
Vanwege mijn achtergrond bij de Bijzondere Bijstandseenheid (BBE) krijg ik regelmatig de leiding over bijzondere operaties waarbij we iemand moeten arresteren of een huis moeten doorzoeken. Het zijn voor mij de ‘krenten uit de pap’. Bij dergelijke operaties kan ik eindelijk al het geleerde in praktijk brengen.
Bij de eerste grote operatie waar ik de leiding had, kregen we de opdracht een aantal vuurwapengevaarlijke verdachten aan te houden. Ze woonden in een dorp waar eerder al veel incidenten waren geweest. We zouden daarom de verdachten ’s morgens vroeg bij zonsopgang arresteren. Het was dan licht genoeg om alles goed te kunnen zien, maar de verdachten zouden waarschijnlijk nog slapen. De compagniescommandant liet de planning en uitvoering van de operatie volledig in mijn handen. Met veel enthousiasme had ik de operatie voorbereid, de eenheden gebrieft en hadden we de tijd genomen om de operatie goed voor te oefenen. Het was de bedoeling dat we vier huizen tegelijkertijd zouden binnenvallen. Het was niet ver rijden. Precies bij zonsopkomst kwamen we bij het dorpje aan en reden we richting de vier huizen. Het was rond 05:30u en iedereen lag voor ons gevoel nog te slapen. De eenheid verdeelde zich in vier elementen en ging naar zijn toegewezen doel. Ikzelf zou met een kleine staf me in het midden van de vier huizen ophouden om vanaf daar de operatie te kunnen aansturen. Precies op het moment dat we ons opsplitsten, werd er vlakbij ons geschoten. We hoorden meerdere machinegeweren. Onze actie werd doorgezet en de mariniers verdeelden zich over de huizen. Met mijn stafelement kwamen we in het midden van het operatiegebied tot stilstand en reageerden we op de schoten. We hoorden ze wel, maar we zagen niks en er waren ook geen kogelinslagen. Het leek alsof de tijd vertraagde. Vanuit de landrover kon ik goed overzien hoe de mariniers om me heen reageerden op de schoten. De meeste mariniers deden precies wat ze altijd geleerd hadden. Zij zochten dekking en probeerden vanuit die dekking de schutters te vinden. Een aantal andere mariniers leek echter te bevriezen en bleef rechtop staan. Zij keken verdwaasd om zich heen. De Irakese tolk die naast me in de landrover zat, reageerde hysterisch. Hij was volledig in paniek geraakt van de schoten en klampte zich aan mijn been vast. Zelf kon ik geen dekking vinden. De radio waarmee ik met de rest van de eenheid in verbinding stond, zat vast in de landrover. Een beginnersfout! Ik kon die radio er dus niet uithalen en moest dus wel in het voertuig blijven. Het aansturen van de operatie ging immers voor. De mariniers om me heen zouden mijn dekking moeten verzorgen. Een landrover staat redelijk hoog op zijn wielen en was dus een prachtige schietschijf. Op dat moment voelde ik me ontzettend kwetsbaar en ben op mijn rug gaan liggen met de radio aan mijn oor en die hysterische tolk aan mijn been.
Terwijl ik deze situatie zo overzag, had ik een andere reactie dan de rest. Ik schoot in lachen uit en schudde hard mijn hoofd. Dat was mijn reactie op deze stressvolle situatie. Het leek alsof ik boven mezelf uitsteeg en mezelf daar kon zien liggen in de landrover. Ik vond het, ondanks de ernstige en chaotische situatie, een bijna komische situatie. Het was alsof ik tegen mezelf zei: “wat is dit nu weer allemaal? Kijk jezelf daar nou eens liggen man. Hoe kom je hier nou weer verzeild?”.
Uiteindelijk bleek dat er helemaal niet gericht op ons geschoten werd. Die nacht was er iemand van het dorp overleden. De nabestaanden hadden ter nagedachtenis aan deze persoon bij zonsopkomst in de lucht geschoten. Dat was op precies hetzelfde moment dat wij daar het dorp binnenreden. Voor ons voelde het alsof we waren opgewacht en er gericht op ons geschoten werd. We hebben onze operatie uiteindelijk zonder geweld kunnen uitvoeren. De verdachten zijn zonder problemen aangehouden.
Ik kan me het moment dat we dachten dat we beschoten werden nog levendig herinneren. Ondanks dat het vijftien jaar geleden is, kan ik de situatie nog helemaal uittekenen. We waren allemaal mariniers en hadden allemaal dezelfde training gehad. Maar toch reageerden we anders op dezelfde situatie: (1) dekking zoeken, (2) bevriezen, (3) in paniek raken en (4) lachen.
Deze situatie heeft me een belangrijke levensles geleerd. Namelijk dat ondanks dat we allemaal mens zijn en met elkaar verbonden zijn, iedereen zijn eigen proces heeft, zijn eigen levenspad en dus zijn eigen manier heeft om met situaties om te gaan. Jouw eigen rugzak met ervaringen, inzichten en trauma’s maakt dat je op een bepaalde manier reageert. Dat kan dus volledig verschillen met hoe een ander reageert. Daar zit geen goed of fout aan. Het is compleet logisch dat jij reageert zoals je reageert. Net zo logisch als de manier waarop de ander reageert.
Je mag natuurlijk wel iets vinden van hoe de ander reageert, maar veroordelen kan je het niet. Je bent immers die persoon niet en je kent de inhoud van zijn rugzak niet. De ander heeft zijn eigen proces, zijn eigen lessen en zijn eigen reactie. De ander heeft door zijn unieke levensproces simpelweg een ander perspectief.
De mariniers die dekking zochten, waren vooral de jonge mariniers die voor het eerst op uitzending waren en vers uit de opleiding deden wat ze geleerd hadden. De mariniers die bleven staan, waren degenen die al wat meer ervaring hadden en voelden dat de situatie niet was zoals wij initieel dachten. De tolk was niet getraind en had niet de ervaring van de rest. Hij was immers geen militair. Hij raakte in paniek, omdat hij niet wist wat hij moest doen en hij vreesde voor zijn leven. En tja, mijn reactie… het lachen om een situatie die eigenlijk zeer ernstig is… Het is een reactie die ik vaker in mijn leven heb gehad. Tijdens een enorme ruzie mijn lach niet kunnen inhouden, bij een Ayahuasca-sessie de eerste uren helemaal in een deuk liggen, na een extreme afmatting in de mariniersopleiding er hard om kunnen lachen. Ach, misschien ben ik in de kern gewoon een vrolijke jongen. Maar ik heb ervaren dat ik in dergelijke situaties als het ware boven mezelf uitstijg, de situatie overzie en met mijn lachen de situatie kan relativeren.
Het leven is immers maar een speeltuin.
Comentários