Simon werkt al jaren bij de politie – afdeling zeden. Hij heeft heel wat schokkende en tragische gevallen meegemaakt. Hij doet dit werk, omdat hij vooral geraakt is door het leed van kinderen. Hij heeft zelf geen rooskleurige jeugd gehad en op deze manier probeert hij te bestrijden dat wat hemzelf lang geleden als kind is aangedaan. Simon is dus intrinsiek erg gemotiveerd om zijn werk te doen. Door personeelstekorten op zijn werk, de grote werkdruk en zijn nimmer aflatende gedrevenheid om zaken goed af te handelen, maakt hij lange werkdagen. Dagenlang verhoort hij verkrachters, ziet hij duizenden naaktfoto’s van kinderen voorbij komen en hoort hij de schrijnende verhalen van mensen, veelal kinderen, die seksueel misbruikt zijn. Hij kan dit werk doen, omdat hij zich weet af te sluiten van zijn emoties en echt een soort professionele knop weet om te zetten als hij weer de verhoorkamer in loopt. Hij moét wel, want als hij alle verhalen en beelden zou binnen laten, zou dat het hem teveel raken. Hij weet zich er emotioneel goed tegen te weren. Een aantal zaken kan hij echter maar moeilijk loslaten. Er gaat zoveel leed bij gepaard! Tot diep in de nacht zit hij rapporten te tikken en probeert hij verschillende stukjes informatie aan elkaar te knopen om een zaak tot een goed einde te brengen. Koffie, sigaretten en zijn eigen pijn vanuit het verleden houden hem op de been.
Simon is vader van twee jonge kinderen, dus als hij thuis is praat hij niet veel over zijn werk. Al dat leed wil hij niet meenemen naar huis. Ook zijn vrouw wil hij niet belasten met alles wat hij meemaakt. Als hij thuis is, geniet hij liever van het gezinsleven, de vrolijkheid en de relatieve rust. Omdat hij zulke lange dagen maakt, voelt hij zich wat schuldig naar zijn vrouw en kinderen toe. Hij probeert zijn afwezigheid te compenseren door zoveel mogelijk tijd met zijn kinderen door te brengen. Ook zijn vrouw probeert hij zoveel mogelijk te ontlasten. Hij cijfert zichzelf thuis in het gezin eigenlijk teveel weg. Het verwerken van alles wat hij meemaakt, gebeurt vooral ’s-nachts. Hij ligt veel wakker, heeft heftige dromen en uitslapen heeft hij eigenlijk al jaren niet meer gedaan. De vroege ochtend is zowel zijn beste vriend als zijn grootste vijand. Als hij dan in zijn eentje aan de keukentafel een peuk rookt en zijn koffie drinkt, heeft hij even een moment voor zichzelf. Het is zijn moment. Liever had hij nog in bed gelegen.
Jarenlang weet Simon dit vol te houden, totdat er één casus voorbij komt die hem diep raakt. Dat mensen elkaar zoveel leed kunnen aandoen, kan hij niet begrijpen. Met volle energie gaat hij aan de slag om de zaak goed af te ronden, maar op één of andere manier lukt het hem eigenlijk niet meer. Hij is op. Hij kan zichzelf niet meer vermannen, barst regelmatig zomaar in tranen uit en heeft totaal geen energie meer. Tegen alle gewoontes in meldt hij zich een paar dagen ziek. Hij weet dat dit ‘not done’ is, want het werk stapelt zich op en er is zoveel ellende in de wereld waar hij zich voor wil inspannen. Ook zijn kinderen hebben zijn aandacht nodig en nu moet zijn vrouw alles alleen doen? Maar Simon is zo vreselijk moe. Het enige wat hij wil is slapen, slapen en slapen.
Uiteindelijk wordt er een tijd later door de bedrijfsarts PTSS (Post Traumatische Stress Stoornis) bij hem geconstateerd en komt hij verplicht thuis te zitten. Wat voelt hij zich nu schuldig! Dat hem dit moet overkomen?! Met PTSS als diagnose gaat hij een verplicht medisch traject in. Hij voert regelmatig gesprekken met een psychologe, maar verder is hij vooral veel thuis. Hij brengt zijn kinderen naar school en duikt daarna weer snel zijn bed in. Zijn vrouw heeft een fulltime baan, dus als vanzelf stort hij zich op het huishouden, doet hij de boodschappen, haalt zijn kinderen op van school en verzorgt het avondeten. Hij is toch alleen maar thuis, dus dit is toch het minste wat hij voor zijn gezin kan doen? Hij is niet gewend om stil te zitten. Thuis praten doet hij nog steeds niet veel. Hij vindt de gesprekken met de psychologe al vermoeiend genoeg. Die psychologe heeft hij trouwens niet hoog zitten. Wat weet die jonge vrouw nou van zijn werk? Hij voelt zich door haar absoluut niet begrepen. Thuis trouwens ook niet, wat weet zijn vrouw nou eigenlijk van wat hij allemaal heeft meegemaakt? Eigenlijk praat hij al jaren niet meer echt met zijn vrouw.
Naast de gesprekken met de psychologe krijgt hij ook een aantal EMDR-sessies (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) voor de trauma’s die hij van een aantal heftige zaken op zijn werk heeft. Zijn chef heeft hem ondertussen al een aantal keer gebeld. Wanneer hij dacht weer te kunnen werken?! Zijn chef drukte hiermee op een gevoelige knop bij Simon. Hij voelt zich al zo schuldig dat hij niet op zijn werk zit! Regelmatig slaat dan ook de paniek toe. Dan weet hij echt niet meer wat hij moet doen. Het liefste zou hij dan wegrennen voor alles en iedereen. Het is hem dan gewoon teveel, zijn hoofd maakt overuren. Thuis maakt hij ook regelmatig ruzie met zijn vrouw. Het lijkt wel of alles wat hij al die jaren geprobeerd heeft overeind te houden nu instort. Simon is ten einde raad.
Ik spreek Simon op het moment dat zijn paniekaanvallen zijn dagelijkse bestaan flink beïnvloeden. Vrijwel dagelijks ervaart hij een moment van totale paniek. Hij is moe, verward en kan zijn gedachten er maar slecht bijhouden. Hij doet een doorbraaksessie bij me, omdat hij het allemaal niet meer overziet en verlangt naar rust en helderheid. In de sessie valt me al snel op dat Simon eigenlijk een hele lieve, zachtaardige en zorgzame vent is. Echt een teamspeler. Het is een grote vent, met een klein hart. Een hart dat hij deelt met zóveel mensen, maar hij vergeet één belangrijk persoon en dat is hij zelf. Hij is zó gedreven, geobsedeerd bijna, om het onrecht te bestrijden, er voor zijn kinderen en vrouw te zijn, dat hij zichzelf totaal is vergeten.
Het is een patroon dat hij als kind al ontwikkeld heeft. Het was zijn manier om te dealen met de gespannen situatie thuis. Door altijd maar zijn ouders te ontlasten, taken op zich te nemen die helemaal niet bij een kind horen, keurig en netjes te zijn en goed zijn best te doen, hoopte hij dat de ruzies tussen zijn ouders zouden stoppen. Hij wilde het vooral rustig, goed en gezellig houden. Vreselijk vond hij het als zijn ouders vroeger ruzie hadden. Hij raakte er als kind helemaal van in paniek. Door te zorgen voor de ander, hoopte hij op rust thuis. Het was zijn manier om de thuissituatie proberen stabiel te krijgen.
In zijn volwassen leven zette hij dit patroon onbewust door. In zijn werk, in zijn huwelijk, eigenlijk altijd. De politiewereld paste dan ook goed bij hem. Hier kon hij er echt voor de ander zijn en het onrecht bestrijden. Simon had echter nooit geleerd goed voor zichzelf te zorgen. Eigenlijk is het nog knap dat hij het zo lang heeft volgehouden. Dát is het patroon wat hij te doorbreken heeft om weer in balans te komen, om weer rust en helderheid te krijgen. Hij mag, misschien wel voor het eerst in zijn leven, zichzelf op nummer één zetten en doen wat hij nodig heeft. Hij mag de weg terug naar zichzelf weer vinden. “..maar Michiel, ik heb PTSS. De PTSS belemmert mij om mezelf weer te zijn”.
Dat is een antwoord dat ik vaker heb gekregen van mensen met PTSS. Het is alsof PTSS een ziekte is die je is overkomen en waar je niks meer aan kan doen. Het wordt gevoeld alsof PTSS een veroordeling tot levenslang is. Het wordt bijna als excuus gebruikt om het stokje er maar bij neer te leggen. Ik zeg Simon dat hij er wat mij betreft volledig anders naar mag gaan kijken, draai die beredenering honderdtachtig graden om! “Door nu eindelijk eens echt jezelf te zijn, goed voor jezelf te zorgen en te doen wat jij nodig hebt, zal je merken dat de paniekaanvallen minder worden en het ziektebeeld van PTSS misschien wel helemaal verdwijnt”. De zaken die Simon op zijn werk heeft meegemaakt waren heftig, heel heftig. Werken bij de Zedenpolitie? Ik zou het niet eens kunnen. Het zou teveel impact op me maken. Ik zou er teveel last van hebben. Maar omdat Simon vanaf kinds af aan al zijn emoties schijnbaar kon uitschakelen en erg op de buitenwereld was gericht en niet op zijn binnenwereld, kon hij er schijnbaar wél mee omgaan. Tot nu.
Het patroon om continu gericht te zijn op de ander, zijn schuldgevoel thuis, het werken aan extreme zaken, het slechte slapen en vooral het nauwelijks praten over zijn gevoel hadden zijn tol geëist. Niet die laatste heftige zaak waarna PTSS geconstateerd is. Dat was de druppel die de emmer heeft doen overlopen. Simon zijn emmer was in al die jaren daarvoor al helemaal volgelopen. Zijn veerkracht was helemaal op. Hij hoeft zich dus niet alleen te richten op die laatste druppel, maar vooral op die te volle emmer. Daar ligt de sleutel naar herstel. Niet eenvoudig, maar wat mij betreft wel dé manier om met zijn PTSS om te gaan. Door weer in contact te komen met zichzelf, naar zijn gevoel te luisteren, te praten over wat er in hem omgaat, te doen wat hij nodig heeft en goed te zorgen voor zichzelf zal hij stapje voor stapje weer in balans gaan komen. Het patroon wat hem uiteindelijk zó ver van zichzelf heeft verwijderd is eigenlijk de échte oorzaak van zijn PTSS. Dat patroon dient hem niet (meer), dat mag hij zichzelf realiseren. Het is tijd dat hij de échte Simon gaat laten zien.
Een prachtig mens.
www.doorbraakcoaching.com
Naam, feiten en omstandigheden zijn omwille van privacy-redenen aangepast. Blog is geschreven met goedkeuring van betrokkenen.
Comments